Geïntegreerde KAI

Ontdek je dominante cognitieve stijl met de KAI-vragenlijst
Het model kan ook worden gebruikt om de organisatorische fit te meten. Het is belangrijker voor aanpassers dan voor vernieuwers. Aanpassers zijn het meest geneigd om in een organisatie te blijven waar ze passen en het meest geneigd om weg te gaan als ze niet passen. Vernieuwers zijn minder sterk gemotiveerd door overwegingen van organisatorische fit om te blijven of te vertrekken omdat ze waarschijnlijk minder aandacht besteden aan of ze wel of niet passen.

Veel van de standaardmodellen en raamwerken die in bedrijfsmanagement worden gebruikt, danken hun oorsprong aan onderzoek met een Amerikaans of Angelsaksisch signatuur. We willen geen overdreven kritiek leveren op gevestigde modellen zoals Myers-Briggs MBTI persoonlijkheidsprofilering, Belbin's Team Analysis of Kirton's KAI Adaptation Inventory. Het gaat ons erom te zien of we deze modellen kunnen uitbreiden zodat ze geschikter zijn wanneer we ze willen overbrengen naar andere culturen of multiculturele situaties.

Afwijking van de norm wordt meestal getolereerd zolang het past in het heersende paradigma. Hoe meer regels je breekt, hoe moeilijker het voor je wordt: een man die de regels breekt, wordt bijvoorbeeld meer getolereerd dan een vrouw die hetzelfde doet.

De belangrijkste zwakte van Kirton's aannames ligt misschien in hun beknoptheid en precisie. Een van de belangrijkste aannames is dat de cognitieve stijl, die ten grondslag ligt aan het KAI-instrument, conceptueel onafhankelijk is van cognitieve capaciteit, succes, cognitieve technieken en copinggedrag. Daar zijn we het mee eens - maar dit komt allemaal voort uit een aanname die Kirton implicieter doet: dat de aanpassingsstijl en de vernieuwingsstijl elkaar uitsluiten.

Dilemma's:
Het bleek dat creatieve mensen effectiever bewegen tussen intuïtie en denken, dat vernieuwers extravert hun introverte berekening publiceren en voortdurend leren door te pendelen tussen oordelen en waarnemen, en ten slotte hun gevoelens controleren door te denken. Een bijkomende bevinding is dat cultuur vaak bepaalt van welke kant respondenten vertrekken. We zeggen dus niet dat de ene cultuur creatiever is dan de andere; alleen dat hun startpunt om naar een probleem te kijken anders is.